01-07-2014
Nieuwe wetten en regels gaan vaak aan het begin van het jaar of per 1 juli in. Ook dit jaar verandert er deze maand weer het nodige voor uw portemonnee.
Mobiele telefonie
Bellen, sms'en en internetten op het vakantieadres binnen de Europese Unie wordt opnieuw goedkoper. Bellen in het buitenland kost per 1 juli 2014 maximaal 19 eurocent per minuut, exclusief btw. Een sms'je kost vanaf juli maximaal 6 eurocent. Vanaf eind 2015 verdwijnen de extra kosten helemaal. Het gebruik van je mobiele telefoon binnen Europa mag dan niet meer kosten dan thuis.
Huur
Bewoners van een sociale huurwoning kunnen opnieuw een inkomensafhankelijke huurverhoging verwachten. Afhankelijk van het inkomen mag de huur maximaal tussen de 4 en 6,5 procent stijgen. Huurders die in 2012 een jaarinkomen tot 34.085 euro hadden, kunnen een verhoging van 4 procent tegemoet zien. De inflatiecorrectie van 2,5 procent is in dat percentage verwerkt.
Hypotheken
Per juli wordt de grens voor de Nationale Hypotheek Garantieverlaagd. Bij een gedwongen verkoop kunnen huizenbezitters met een NHG-hypotheek onder bepaalde voorwaarden een fonds aanspreken. Een eventuele restschuld kan dan worden kwijtgescholden. De NHG-grens daalt van 290.000 euro naar 265.000 euro. De maximale koopsom komt door alle bijkomende kosten dan neer op 250.000 euro.
Zwartspaarders
Mensen die stiekem geld op een buitenlandse rekening hebben gestald, kunnen niet meer zonder boete inkeren. Spaarders die hun vermogen daarna vrijwillig komen melden, krijgen weer een boete van 30 procent van de ontdoken belasting. Per 1 juli 2015 wacht hen zelfs een boete van 60 procent.
Minimumloon
Het brutominimumloon gaat in juli met bijna een tientje omhoog naar 1.495,20 euro per maand. Dat is een stijging van 0,65 procent. Dat komt neer op een brutodagloon van 69,01 euro.
Ook het minimumjeugdloon stijgt met 0,65 procent. De hoogte van dat loon is afhankelijk van de leeftijd.
Uitkeringen
De hoogte van meerdere uitkeringen gaat deze maand eveneens omhoog. Onder meer AOW-, WW-, WAO- en Wajonguitkeringen zijn gekoppeld aan de hoogte van het minimumloon.
Ook hoeven mensen niet al hun spaargeld op te maken om in aanmerking te komen voor een bijstandsuitkering. Ze mogen vanaf 1 juli een hoger bedrag behouden.
Kostendelersnorm
Iemand ontvangt een lagere uitkering als die met andere meerderjarige bewoners in een huis woont. Het kabinet verlaagt uitkeringen, omdat deze bewoners de kosten voor het levensonderhoud met elkaar kunnen delen.
De norm gaat per 1 juli 2015 gelden voor mensen die te maken hebben met de de Anw, IOAW en IOAZ. Voor de Toeslagenwet treedt de regeling per 1 juli 2016 in werking.
De kostendelersnorm zou vanaf 2015 ook gaan gelden voor AOW'ers die met een andere volwassene samenwonen. Dat plan is voorlopig in deijskast gezet.
Kinderbijslag
Vanaf 1 juli gelden geen aanvullende voorwaarden meer voor kinderen van zestien en zeventien jaar die een startkwalificatie hebben. Daarmee wordt een diploma van de havo, het vwo, mbo niveau 2 of hoger bedoeld.
Ouders van deze kinderen kregen tot nu toe alleen kinderbijslag als het kind onderwijs volgt of ingeschreven staat als werkzoekend. Deze aanvullende eisen zijn per juli vervallen. Het enige wat nog geldt is dat een kind niet meer dan 1.266 euro per kwartaal mag verdienen.
De kinderbijslag gaat dit jaar overigens niet omhoog. Dat gebeurt pas weer op 1 januari 2016.
informatie nu.nl
20-10-2012
Als er geen testament is wordt de nalatenschap verkregenvolgens de wettelijke regels
Erfgenamen zijn onder te verdelen in vier groepen bloedverwanten.
1. De langstlevende echtgenoot (of partner met wie een geregistreerd partnerschap is gesloten) en de kinderen, voor gelijke delen
2. Ouders, broers en zussen, voor gelijke delen. Zijn er echter meer dan vier kinderen, dan bepaalt de wet dat eerst ieder van de ouders een kwart krijgt. De rest wordt verdeeld tussen de kinderen, in gelijke delen.
3. Grootouders
4 Overgrootouders
De plaatsvervangers
Zodra een erfenis vrijkomt, gaat de notaris na wie er recht op heeft. Dat gebeurt via de opeenvolging van de vier groepen. Er komt pas een volgende groep aan de beurt als er geen plaatsvervangers zijn. Komt Joost te overlijden, dan erven Lieke, Brechtje en Pim. Leeft bijvoorbeeld Brechtje niet meer, dan wordt bekeken of zijn plaatsvervangers (kinderen) heeft en dan erven zij in plaats van Brechtje. Pas als blijtk dat er geen plaatsvervangers zijn, zakt de notaris af naar een volgende groep. De kans dat (over)grootouders iets erven, is dus bijzonder klein.
Gaat Joost dood, dan erven Brechtje en Pim wel van hun vader, maar ze krijgen het geld of de goederen niet gelijk in handen. Alles wat Joost nalaat, gaat sinds 2003 automatisch naar Lieke toe. Brechtje en Pim hebben wel recht op een derde deel. Dat krijgen ze in de vorm van een vordering op Lieke. Pas als zij overlijdt, krijgen ze het echt in handen. Als Liek besluit de bloemetjes voortaan flink buiten te zetten, kunnen zij daar niets aan doen. |